determining output impedance
|
impedantie bepalen
|
Omdat er soms geen datablad van een RF signaalbron te vinden is, is de impedantie van de uitgangen soms onbekend. Als er een filter aangesloten moet worden (om bijvoorbeeld harmonischen weg te filteren), moet de impedantie bekend zijn om de gewenste filter te kunnen berekenen. Wanneer er bijvoorbeeld een 50 Ohm kabel aan wordt gesloten en de impedantie van de signaalbron is anders, dan kan dit ook resulteren in ongewenste reflecties. Om het beste resultaat te verkrijgen is het dus wenselijk om de impedantie te weten. Helaas is het zelden/nooit een Ohmse weerstand, dus meten met een Ohm meter levert geen bruikbaar resultaat op. De impedantie is redelijk eenvoudig te bepalen met behulp van een oscilloscoop en een weerstand. Ik heb twee methoden toegepast en hieronder staan beide strategiënuiteengezet.
Wanneer bijvoorbeeld een 10 MHz uitgang via een probe en een t-stuk op een oscilloscoop aangesloten wordt, wordt de sinus zichtbaar. In het geval van dit voorbeeld is de ingang impedantie van de (Rigol DS-1054Z) oscilloscoop 1 M (1.000.000 Ohm). Omdat de weerstand betrekkelijk hoog is, wordt het signaal van de oscillator nauwelijks gedempt en mag worden aangenomen dat het zichtbare signaal de maximale RF signaalsterkte is dat uit de signaalbron komt. Door een weerstand op het t-stuk aan te sluiten, wordt de weerstand verlaagd en daarmee neemt de stroom toe en daarmee verandert ook de spanning over de weerstanden (1 M "weerstand" van oscilloscoop en de toegevoegde belastingsweerstand). Door het aansluiten van de belastignsweerstand, daalt de spanning. De mate van spanning daling staat in relatie met de impedantie van de oscillator.
|
meten en berekenen
|
Met bovenstaande formule is het mogelijk om de impedantie te berekenen. Vopen is de piekspanning (Vpp) in Volt waarbij de belastingsweerstand niet aangesloten is. Vl is de piekspanning na het aansluiten van een zekere belastingsweerstand (Rl). Ik had een 50 Ohm afsluitweerstand bij de hand en deze heb ik op het BNC t-stuk geplaatst. (Binnen redelijke grenzen kan elke weerstandwaarde worden toegepast. Dit hoeft niet specifiek 50 Ohm te zijn.) De spanning (Vopen) zoals gemeten met de oscilloscoop is 5,68 Vpp. Na het aansluiten van de belastingsweerstand van 50 Ohm daalde de spanning (Vl) naar 852 mVpp. Door de spanningen (Vopen en Vl) en belastingsweerstand (Rl) in de formule in de voeren volgt dat de impedantie van de 10 MHz RF signaaluitgang 283 Ohm is. Het is ook mogelijk om de impedantie te bepalen zonder rekenen via onderstaande methode
|
meten en bepalen
|
Wanneer de onbelaste spanning exact twee keer zo groot is als de spanning bij het belasten met belastingsweerstand Rl, dan is de impedantie van de signaal uitgang gelijk aan de weerstand waarde van de belastingsweerstand. Wellicht dat een rekenvoorbeeld voordaande zin duidelijker maakt. Wanneer er een belastingsweerstand van 283 Ohm wordt toegepast, is de gemeten spanning 2,84 Vpp. Als Vopen van 5,68 Vpp gedeeld wordt door Vl van 2,84 Vpp, dan is het antwoord exact 2. 2 - 1 = 1. Dus de weerstand waarde van de belastingsweerstand maal 1, is gelijk aan de impedantie van de signaal uitgang. Het is mogelijk om een potmeter aan het t-stuk te monteren en de weerstand waarde te variëren totdat de piekspanning gehalveerd is ten opzichte van meting zonder de belastingsweerstand (in dit geval dus de pormeter). Door de potmeter los te nemen en de weerstand te meten, geeft de Ohm meter de weerstand van de potmeter weer én dus ook de impedantie van de RF signaalbron. Sluit geen kabel aan op het t-stuk omdat de impedantie van de kabel invloed heeft op de meting. Dit heb ik ondervonden omdat ik een meetkabel aan heb gesloten met een potmeter dat tot een onwenselijk resultaat leidde. Bij het aansluiten van de kabel, zonder potmeter, daalde de spanning op het scherm al aanzienlijk doordat de kabel de meting al beïnvloedde. Ik heb bij wijze van test weerstanden uit de E12 reeks tegen de contacten gehouden van het t-stuk en nij een weerstand waarde van 270 Ohm leek de spanning te halveren. Aangezien 270 Ohm en 283 Ohm relatief dicht bij elkaar liggen, blijken beide methoden goed te werken. Aangezien de eerste methode gemeten is en niet visueel bepaald, is het aannemelijk dat de 283 Ohm een nauwkeurigere benadering is van de werkelijke impedantie.
|
|