Ik had een dummyload van 100W, die 'groot' genoeg was voor de testen die ik er mee wilde uitvoeren. Ik kreeg een 400 Watt Spinner BN527766 dummyload aangeboden dat meer ruimte geeft om te testen voorals een zender mogelijk meer dan 100 Watt vermogen maakt. Dus hierop de Spinner dummyload gekocht. Hier heb ik jaren plezier van gehad. Later heb ik de Spinner load verkocht en een 100 Watt 30 dB verzwakker gekocht omdat dat beter bij mijn plannen aansluit. Gebleken is dat ik niet boven 100 Watt uit kom en een meetaansluiting een toegevoegde waarde heeft. Met de verzwakker kan ik het zendsignaal proportioneel meten met een spectrum analyser. Door een combinatie van een 100 Watt 30 dB verzwakker en een 5 Watt 30 dB verzewakker kan ik een zender signaal met 60 dB verzwakt meten met een instrument zoals een spectrum analyser. Echter heb ik in 2020 een 200 Watt HF eindtrap in aanbouw waardoor ik een 'zwaardere' dummyload nodig heb... Dus zou de Spinner toch weer handig zijn... Afijn, ik heb er een kapotte Spinner BN534218 dummyload bij gekocht om er een werkende 400 Watt dummy (met meetaansluiting) van te maken. De bevindingen staan hieronder...
|
merk: Spinner type: BN 52-77-66 gewicht: 6Kg gemiddelde vermogensopname: 400W continu (CW) piekopname vermogen maximaal: 5.000W bij 1us (CW) afmetingen: 155x230x120mm frequentiebereik: 0-3GHz connector: "female" 7-16 (verzilverd) weerstand: 50 OHm staandegolf 0-1GHz: <1:1,06 staandegolf 1-2GHz: <1:1,13 staandegolf 2-3GHz: <1:1,22 werktemperatuur: -40 - 125'C condities: gebruik binnenshuis
|
Mechanisch is de dummyload "hufterproof". Laten we zeggen dat dat de populaire term is voor érg stevig. Het is een aluminium blok met de daadwerkelijke weerstand erin "gesandwiched" tussen twee grote koelplaten. Het geheel wordt bij elkaar gehouden door grote M8 bouten. Met 6,5Kg is het een fors gewicht, maar dat is prettig voor de warmteverdeling en warmteafgifte. Volgens opgave zijn er aan de binnenkant van de dummyload veercontacten toegepast zodat er goed contact blijft bij thermische werking. Onderin de behuizing zijn twee gaten met M8 draad (13mm diep) zodat de dummyload ergens aan bevestigd kan worden. Zo kan er een voetstuk onder om deze vrij van de ondergrond te zetten voor goede warmteafgifte of er kan een handvat aan worden gemonteerd voor transport. Het is wel zaak dat de koelribben vertikaal blijven zodat de warmteafgifte wordt gegarandeerd.
|
In deze rode serie dummyloads van Spinner zijn waarden van 2 tot 50KW! te vinden. De connector is sterk afhankelijk van het vemogen, dus de connector kan verschillen per typenummer. Het model waar ik de trotse eigenaar van ben heeft een verzilverde "female" 7-16 connector, maar is ook te krijgen met een N-connector. Het typenummer hiervan is "BN 52 77 68" in plaats van "BN 52 77 66" voor de 7-16 variant. De 7-16 connector is grofstoffelijker en degelijker dan de N-connector, dus is niet bezwaarlijk. Daarbij heb ik deze tweedehand gekocht, dus had ik niet veel te kiezen. ;-)
|
Wat er precies in de dummyload zit, weet ik helaas niet. Normaalgesproken kijk ik in apparaten als het even kan, maar ik heb het gevoel dat dat bij deze onverstandig is. Volgens opgave is het een droge weerstand waar Beryllium Oxide bij gebruikt is en dat is alles wat ik er van weet.
|
De dummyloads van Spinner zijn ontworpen voor professioneel gebruik en niet voor de markt van experimenteel radio-onderzoekers. Denk voornamelijk aan de toepassing bij telecombedrijven. Het voordeel is dat deze apparatuur ontworpen en gebouwd is op kwaliteit zonder een comprimis te doen in de kosten. Vandaar dat deze apparatuur vaak redelijk aan de prijs is, maar wel van topkwaliteit. Gelukkig wordt er bij professionele bedrijven een maximale bedrijfsduur vastgesteld waarna deze dummyloads buiten gebruik raken. En met een beetje geluk komen deze dummyloads op de amateurmarkt terecht waar deze inmiddels betaalbaar zijn geraakt voor experimentee radio-onderzoekers als ik.
|
Helaas heeft mijn variant geen meetaansluiting, maar in deze rode serie zijn er ook varianten met een meetuigang. Handig voor meten met een spectrum analyser of frequentieteller. Er zijn types met verschillende dempingswaarden te krijgen, afhangelijk van het opgenomen vermogen. Bij een 400W dummyload zoals deze, is er een variant met een -30 of -40dB meetuitgang verkrijgbaar.
|
Gewoon goed. Degelijk en doet wat je van een dummyload verwacht. Niet alleen geschikt om een buizenzender met af te stemmen, maar ook geschikt om zenders mee af te regelen.
|
Om beschadigingen te voorkomen aan de ondergrond én dummyload heb ik twee pootjes gemaakt. Deze zijn van kunststof, dus geven de warmte niet door naar de ondergrond en omdat er ruimte aan de onderkant is ontstaan, is er beter ventilatie ten behoeve van de koeling.
|
Spinner BN534218 dummyload
|
Voor het testen met een 200 Watt dummyload heb ik een kapotte Spinner BN534218 dummyload gekocht. In de bekende rode dummyload zit een 'aparte constructie'. Er is een koolstof 'wig' toegepast dat als weerstand werkt. Het voordeel is dat er een groot contactoppervlakte is zodat de warmte goed wordt afgevoerd. Wel is er Beryllium oxide (BeO) in de dummyload waardoor er erg opgepast moet worden! BeO is giftig. In vaste toestand is het vrij onschadelijk, maar het stof als gevolg van breken, vijlen, zaken en dergelijke is zeer gevaarlijk! BeO heeft de kenmerkende eigenschap dat het goed warmte geleidt en elektrisch isolerend is. En daarmee heeft BeO de perfect combinatie voor de behuizing van vermogenselektronica zoals eindtrap transistoren/FET's en dummyload onderdelen. Mijn plan was om de originele kapotte constructie te verwijderen en er een vervangende chip weerstand voor terug te plaatsen. Bij het openen van de dummyload zag ik onderstaande...
Tot mijn grote verbazing zag ik dat er helemaal geen 'koolstof wig constructie' was, maar dat er al een chip weerstand geplaatst is! Na een visuele inspectie (b)lijkt dat dit zelfs de originele constructie is. De BN534218 dummyload heeft dus een afwijkende constructie. De dummyload is ontworpen voor 400 Watt, maar naar mijn idee is dit een ondeugdelijk ontwerp. (Wat opmerkelijk is voor een vooraanstaand merk als Spinner...) Mogelijk kan de weerstand het vermogen wel aan, maar onder de weerstand zal een 'hotspot' ontstaan omdat de warmte onvoldoende goed weggeleid kan worden door het aluminium. Onder de weerstand wordt het te heet waardoor de weerstand faalt en de rest van het koellichaam nog relatief koud is. Aluminium heeft een warmtegeleidingscoëfficiënt van 237 W/(m·K). Dit is op zich een prima geleiding, maar koper kan 390 W/(m·K) aan warmte geleiden. Hiermee is aluminium 'maar' ongeveer 61% van de geleiding van koper. Hiermee is het veel verstandiger om een koperen 'heatspreader' onder de weerstand te plaatsen. De meeste warmte wordt dan over een veel groter oppervlakte verspreid. Het koperen blok kan de warmte vervolgens doorgeven naar het grotere aluminium blok. Omdat in de originele constructie de 'heatspreader' ontbreekt kan de warmte onvoldoende weg waardoor de weerstand kan/zal falen. En zo is ook de originele weerstand van de dummyload kapot gegaan.
Hieronder is een detail foto te zien van de kapotte weerstand. Opgemerkt moet worden dat dit een weerstand is dat geen keramisch afdekplaatje heeft. Hiermee is de daadwerkelijke weerstand zichtbaar. Het grijze weerstand materiaal is duidelijk verdampt en onderbroken door de oververhitting.
Na wat onderzoek (b)lijkt dit de originele constructie te zijn. De mechanica is anders dan de 'wig' Spinner dummyload. Dit binnenwerk is netjes en lijk af fabriek zo geleverd. Ik heb Spinner om een reactie gevraagd of dit inderdaad de originele constructie is, maar tot op heden heb ik nog geen reactie mogen ontvangen...
Afijn, het plan is nu om een koperen 'heatspreader' te maken waar twee 250 Watt 100 Ohm weerstanden op kunnen worden gemonteerd. Door twee 100 Ohm weerstanden parallel te plaatsen, ontstaat er een gezamenlijke weerstand van 50 Ohm. Het voordeel hiervan is dat de warmte over twee hotspots wordt verdeeld zodat de warmte beter gedistribueerd wordt. Ook worden de weerstanden op een koperen blok gemonteerd om het hotspot effect te verminderen. Hiermee moet in theorie 500 Watt mogelijk zijn, maar redelijkerwijs is het raadzaam om het vermogen te beperken tot 400 Watt omdat het koellichaam hierop berekend is. Ook is het plan om een BNC meetaansluiting toe te voegen. Met een meet circuit kan dan een analoge gelijkspanningmeter worden aangesloten voor aflezen van het opgenomen vermogen. Ook is de gedachte om een BNC sampler poort toe te voegen zodat een (niet proportioneel) RF deel kan worden 'afgetapt' om te kunnen bemeten/bekijken met een instrument. En om het 'feest' compleet te maken wordt er gedacht aan toevoegen van waterkoeling... Omdat het kan... ;-) Wordt vervolgd...
|
|