Bij het kopen van diverse radio spullen heb ik ook een DX-720D diplexer gekocht als "nice to have". De prijs was erg goed en omdat ik zelf nog een keer een diplexer voor "2 en 70" wil maken, is dit een mooie referentie en om de "kunst van af te kunnen kijken". De bevindingen staan hieronder weergegeven.
|
Het doel van de diplexer is om één antenne aan te kunnen sluiten op twee zenders, ontvangers of zendontvangers. Of één zender op twee verschillende antennes. Eén aansluiting is ontworpen voor gebruik tot 150 MHz en het andere kanaal kan vanaf 400 MHz gebruik worden gebruikt. Zo kan bijvoorbeeld een VHF en een andere UHF ontvanger op één dualband antenne worden aangesloten. Of bijvoorbeeld één V/UHF zendontvanger aan twee antennes waarvan één voor VHF en één voor UHF. Zo kan bijvoorbeeld VHF op een richtantenne worden aangesloten en een rondstraler op UHF. Wanneer er twee diplexers beschikbaar zijn, dan is het zelfs mogelijk om een HF en een UHF zender aan een HF en een UHF antenne te verbinden via maar één coaxkabel.
|
Op de diplexer (en de verpakking) staat het merk "Hoxin". Bij het zoeken op het internet is gebleken dat de DX-720D diplexer onder verschillende merken is verkocht zoals: Hoxin, Ars, Lafayette, Spyder en WSK. Het is aannemelijk dat alle DX-720D's uit één fabriek komen en deze als "white label" op de markt zijn gebracht, dan kunnen bedrijven hun eigen merk erop plakken. Aannemelijk is dat het enige verschil het merkje is dat op de behuizing is geplakt en de inhoud identiek is.
|
Op de verpakking en de behuizing staat dat het een duplexer betreft. Iedereen begrijpt waarschijnlijk waarvoor het kastje dient, maar formeel klopt de naam niet. Een duplexer heeft altijd drie aansluitingen om de zender en ontvanger (vaak in dezelfde band) te scheiden zodat er één antenne kan worden gemonteerd. In de praktijk zijn dit vaak "notch" of "cavity" filters. In dit geval is er sprake van een diplexer omdat de twee gesplitste aansluitingen zich niet in dezelde band bevinden en opgebouwd is met spoelen en condensatoren in plaats van een caviteit. Het verschil tussen diplexers en duplexers zijn in dit artikel nader toegelicht.
|
Het elektrisch ontwerp is erg eenvoudig. De diplexer bestaat uit twee filters, één laagdoorlaatfilter (Low Pass Filter) en één hoogdoorlaatfilter (High Pass Filter). Beide filters zijn opgebouwd uit spoelen en condensatoren. De laagdoorlaatfilter laat het signaal van één poort door tot ongeveer 200 MHz en dempt de signalen van hogere frequenties. De hoogdoorlaatfilter laat het signaal van één poort door vanaf ongeveer 250 MHz en dempt de signalen van lagere frequenties. De laagdoorlaatfilter heeft spoelen in serie tussen de in- en uitgang en parallelle condensatoren naar de massa. Bij de hoogdoorlaatfilter is het precies omgekeerd en daar zijn er condensatoren in serie geplaatst tussen de twee poorten en zijn er spoelen parallel met de massa verbonden.
|
De behuizing is een gegoten aluminium huisje waarin de print gemonteerd is. De holte van de behuizing is afgedekt met een stalen plaatje dat door middel van drie kruiskop boutjes wordt gemonteerd. De connectoren zijn in de behuizing geschroefd en vervolgens aan de print gesoldeerd. De print kan alleen worden verwijderd als de connectoren los zijn gesoldeerd en de connectoren uit de behuizing worden gedraaid. Vermoedelijk zijn er nog enkele condensatoren onder de print geplaatst, maar deze zijn pas zichtbaar als de print verwijderd wordt uit de behuizing. Ik heb ervoor gekozen om de print niet te demonteren voor nader onderzoek. De spoelen zijn wel zichtbaar. Aannemelijk is het dat de diplexer afgeregeld is door het verbuigen van de spoel draden. De lengte van de spoel kan worden gewijzigd waardoor de inductie verandert en daarmee ook de karakteristieken van doorlaat. Eén filter is duidelijk verbogen ten behoeve van afregelen.
Er zijn twee "male" PL-connectoren toegepast. Persoonlijk zou ik een N-connector geplaatst hebben omdat deze (vooral op het UHF gebied) beter presteert. Ook zou ik "female" connectoren hebben geplaatst zodat er kabels aan de diplexer gemonteerd kunnen worden. Kabels hebben vrijwel altijd een "male" uitvoering en apparaten een "female" uitvoering. Dit zou betekenen dat het aannemelijk is dat de diplexer op een apparaat gemonteerd wordt waarbij twee PL-connectoren op de behuizing is geplaatst. Dit lijkt mij niet aannemelijk waardoor in de praktijk een extra verloop met bijbehorende verliezen benodigd is om een "male" kabel aan de diplexer te kunnen monteren. Het is niet verkeerd, maar ik zou een andere ontwerp overweging gemaakt hebben. Er zijn overigens ook diplexers vna deze serie te krijgen met "pig-tail" kabels in plaats van "male" connectoren, dus uiteindelijk voor ieder wat wils.
|
Hieronder staan de specificaties zoals de fabrikant deze opgegeven heeft:
productspecificaties DX-720D | impedantie: | 50 Ohm | isolatie (S2-1): | > 60 dB | VSWR: | < 1:1,2 | doorlaat verlies LPF (S2-1): | < 0,1 dB | doorlaat verlies HPF (S2-1): | < 0,2 dB | maximaal vermogen 1,6...30 MHz | 1.000 W PEP | maximaal vermogen 140...150 MHz | 400 W PEP | maximaal vermogen 400...460 MHz | 250 W PEP | afmetingen: | 57 × 27 × 46 mm | gewicht | 220 gram |
|
De prestaties van de diplexer zijn het best vast te stellen door het uitvoeren van een spectrum meting. En zo is de diplexer "doorgefloten" met de Rigol DSA-815TG. Een globale meting van 0...1,5 GHz is hieronder weergegeven om een indruk te krijgen van de algemene prestaties.
Er is een tweede meting uitgevoerd om het gedrag beter te kunnen bepalen. De resultaten van de meting zijn hieronder weergegeven. Wat opvalt is dat de opgegeven specificatie van 60 dB demping niet overal klopt. Tot 113 MHz wordt er "maar" 60 dB demping gehaald, dus voor HF is er inderdaad 60 dB demping maar niet voor de 2 meterband. Op de 2 meterband wordt een demping van ongeveer 44 dB gehaald. Voor de andere poort wordt alleen tussen 378 en 400 MHz een demping van 60 dB gehaald. Voor de 70 centimeterband (UHF) wordt er "maar" 49,8 dB gehaald. Dat is nog een verschil van 10 dB met de "claim" van 60 dB. Het verschil is een factor 10. Voor een diplexer is de demping goed, maar de opgegeven 60 dB mag met een korrel zout worden genomen.
Nb, de "open" poort die niet gebruikt is voor alle meting is afgesloten met een 50 Ohm afsluitweerstand om de meting niet negatief te beïnvloeden.
|
Tot dit paragraaf heb ik alle informatie zo objectief mogelijk geprobeerd weer te geven. Maar soms is opinie ook interessant, vandaar dat ik hierbij mijn mening geef over de diplexer. De diplexer is naar mijn idee een prima product. De meetresultaten zien er goed uit. De doorlaat is redelijk vlak en de demping is goed. Oké, er is misschien meer demping te behalen als het een meerpolige filter wordt, maar dan is het aannemelijk dat de diplexer duurder wordt en de vraag is of dit nodig is voor de toepassing en de prijs niet onnodig hoog wordt. De diplexer kost een paar tientjes, dus de prijs is helemaal niet gek. Een los kastje met drie connectoren is waarschijnlijk duurder. En om een diplexer zelf af te kunnen regelen is een Spectrum Analyser of Netwerk Analyser nodig... Oké, het is geen professionele diplexer, maar voor amateurgebruik prima naar mijn idee.
Als de resultaten worden vergeleken met de JWX triplexer, dan blijkt dat de JWX triplexer op VHF ongeveer 10 dB meer demping heeft, dus beter presteert. Op UHF is de demping van de JWX triplexer ongeveer 10 dB minder, dus "slechter" presteert. De doorlaatdeming van de JWX triplexer is wel hoger, dus minder gunstig. Een kanttekening is dat hier een triplexer vergeleken is met een diplexer, waardoor een dixplexer in het voordeel is. Met deze kanttekening is te concluderen dat beide di-/triplexers soortgelijk presteren.
|
|